Een straat genoemd Emancipatie

Het gebeurt niet vaak dat een straatnaam eer betuigt aan een krant en dan mag het niet bommen dat het maar een kort stukje straat is, en niet zoiets schreeuwerigs als Times Square waarmee ‘The New York Times’ gezegend werd nog voordat het een werkelijk internationaal nieuwsmedium werd.

In Tomar telt Rua do Jornal ‘A Emancipação’ slechts twee geschakelde, lage flatgebouwen aan de oostkant en een vijftal (half- of bijna-) vrijstaande woningen aan de westzijde, en na een open ruimte nog eens vijf of zes geschakelde woningen aan elke kant voordat de straat eindigt in een T-splitsing met daarachter landbouwgrond. Ik prijs me gelukkig dat ik hier woon, hier in de “nieuwbouw” van de stad, in een apartement dat mij uitzicht geeft “all the way to” het uit 1160 daterende kasteel en het befaamde Convento de Cristo; en ik ben er trots op deze straatnaam op mijn visitekaartje te kunnen voeren. Emancipatie–da’s altijd beter dan een straat die naar een koninklijke tiran, adellijke nietsnut,  misdeelde kolonie, onnodige oorlog, zichzelf overschattende generaal, al of niet bloedige revolutie, opgeblazen politicus of  ranzige musicalster is vernoemd.

Tamaramá

Jornal ‘A Emancipação’ was een vroege deelnemer aan de discussie over de noodzaak van maatschappelijke verandering. Het was, op 2 februari 1879,  de allereerste krant die in Tomar verscheen, een weekblad dat het nog geen jaar volhield. Dat was minder dramatisch dan het klinkt, want het blad werd onmiddellijk opgevolgd door de een langere adem en een bredere verspreiding hebbende ‘A Verdade’—De Waarheid, een naam die voor ons Hollanders (en voor de Russen en nog zo’n paar volken) een communistische bijklank heeft en eerder aan “bezijden de waarheid” doet denken. De centraal-Portugese waarheid was een stuk oprechter en gematigder; uitgever / drukker / redacteur was de vooraanstaande Tomarese fotograaf Antonia da Silva Magelhães, wiens nalatenschap gekoesterd wordt in het gemeente-archief van de stad die hij als eerste vastlegde in een enorme collectie fotografische tijdsbeelden. Reeds in 1862 opende hij zijn fotostudio en drukkerij ‘Imprensa La Merveille’, minder dan twintig jaar nadat Tomar als eerste in het district Santarem stadsrechten was toegekend. Ooit begon de stad als Romeinse nederzetting, Sellium, om later door de Moren Tamaramá te worden genoemd en weer later via Thomar bij Tomar uit te komen. Tamaramá stond voor “zoet water” en dat was geen slechte benaming voor een lokatie aan een mooie en op plaatsen snelstromende rivier, de Nabão. Aan het eind van de negentiende eeuw was Tomar behalve een toonaangevend religieus, historisch en cultureel centrum een belangrijke industriestad geworden en zou dat nog wel even blijven. Hoe betekenisvol deze kleine maar welvarende gemeente was, blijkt wel uit het feit dat Tomar er, in 1901, vroeg bij was met het verkrijgen van electriciteit (na Lissabon, Porto, Elvas en Vila Real) en met het openen van een filmtheater (nog geen zes jaar na de uitvinding van de “movies”).

Discussie en duel

Ook in 1879 bruiste het van het leven in Tomar. Het was een tijd van woelingen, en niet enkel in Portugal; een tijd van nieuw gedachtengoed over sociale verhoudingen maar ook wat betreft het voortbestaan van de monarchie, want de roep om een vorm van democratie werd luider. ‘A Emancipição’ nam aan de discussie deel onder leiding van oprichtster en hoofdredactrice Angelina Casimira do Carmo e Silva Vidal die in 1847 of 1851, daar zijn de meningen verdeeld over, in Lissabon was geboren. Angelina Vidal, naar wie een straat is vernoemd in de wijk Graça in Lissabon (bereikbaar met tramlijn 28), was een dame met haar op haar tanden maar ook met gevoel voor humor, zoals op haar portretfoto is te zien. Beide eigenschappen had zij hard nodig om staande te blijven in die tijd van vurig dispuut en niet zelden hardhandig protest bij de aanvang van evolutionaire en revolutionaire omwenteling. Tomar was Vidal te klein, heel Portugal werd haar werkterrein. Haar belangrijkste medium werd ‘A Voz do Operário’, de stem van de arbeider, de krant van de vakbond Associação de Socorres Mutúos União Fraternal dos Operários de Tabaco; maar ze schreef ook voor ‘Pro Infançia’, ‘O Trabalhador’, ‘A Tribuna de Povo’ en ‘Jornal de Abrantes’ om maar een paar voorbeelden te noemen. Een politiek-geladen gedicht in de laatstgenoemde krant kwam haar ooit te staan op een duel met een tegenstander van haar opinies dat gelukkig (voor de tegenstander van deze manhaftige vrouw) op het laatste moment werd afgeblazen.

Regicide

In Vidal’s tijd stevende de Portugese monarchie langzaam maar zeker op het eind af en werd openlijk gedemonstreerd vóór (en tegen) een republikeinse staatsvorm; vakbonden vermenigvuldigden zich als konijnen en in hun kielzog kwam een grote verscheidenheid aan sociaalbewuste publicaties die kort of lang een lezerskring wisten te boeien in dit land, dat nog overwegend door analfabeten werd bevolkt. In Vidal’s ogen waren emancipatie en educatie synoniem; zij en Custódio Brás Pacheco vochten in ‘A Voz do Operário’ voor nieuwe en betere scholingsmogelijkheden en brachten uiteindelijk hun krant in een stichting onder die ook vandaag de dag nog actief is op het gebied van educatie, welzijn en emancipatie, na vroeger ook aan de wieg van bibliotheken en muziekverenigingen te hebben gestaan. De journalisten van ‘A Voz’ werkten principieel onafhankelijk van welke politieke partij ook; sommigen waren de in die tijd nog kleine Partida Socialista toegedaan, anderen stonden meer aan de kant van de anarcho-syndicalisten, en Vidal hield het vooral op de Partida Progressista. Er was een Partido Regenerador en ook een Centro Regenerador Liberal waarvan de leider, João Franco, nog even eerste minister werd tot hij zich te dictatoriaal begon te manifesteren en zelfs, o schande, zich de steun van het koningshuis verwierf. Hem werd ook vanuit behoudende kring verweten dat hij zich een Messias waande: “Jij hebt de conservatieve partijen verbannen. Jij hebt de plaats van de partijen ingenomen. In feite heb jij ieders plaats ingenomen” (kortom, een Castro, Trump, Putin, Maduro, Erdogan, Salazar, etcetera etcetera avant la lettre). Niettemin, praktisch iedereen was op dezelfde weg, die naar afschaffing van het koningshuis. Daar was uiteindelijk nog regicide voor nodig: in 1908 werd Dom Carlos I vermoord en met hem kwam de monarchie in Portugal ten einde. Maar eerst waren er revoltes, o.a. in 1891 in Porto, en waren er schandalen zowel in het koningshuis als onder regeringsleiders en in de bureaucratie; en werd er druk op straat betoogd. Het was een gouden tijd voor satiristen die, net als in onze tijd (zie Trump, zie May, zie etcetera), humor tot instrument van hun protest maakten; lachen is immers niet enkel een wapen maar een prima medicijn in tijden van maatschappelijke onzekerheid.

Felle activiste

Angelina Vidal was behalve bewogen journalist en dichteres ook schrijfster, lerares, voorvechtster van democratie en vrouwenrecht, vertaalster, toneelschrijver, vrijdenker. Zij reisde het hele land af en al was Portugal toen net zo klein als het nu is, vervoer was in het laatste kwart van de negentiende eeuw nog een zaak van moed en onverzettelijke wil. Haar activiteiten waren velerlei (ze vuurde zelfs duizendkoppige menigten aan tijdens protestacties in Porto) en kenden geen grenzen; ze wist ook tijdens socialistische congressen in Parijs haar mannetje te staan en werd vanwege haar gematigd denken (zij zat eerder in de lijn van Danton en Condorcet dan die van Marat en Robespierre) vergeleken met een Franse revolutionaire voorgangster, de rebellerende schrijfster Olympe de Gouge, wier denken te gematigd was om te  voorkomen dat ze uiteindelijk onder het mes van de guillotine eindigde. Vidal’s leven was in geen enkel opzicht gemakkelijk. Zij verloor haar ouders op jonge leeftijd; en een van haar kinderen overleed jong. Haar echtgenoot, een arts die zijn praktijk opgaf voor een baan bij de Portugese marine, liet haar in de steek met als argument haar onstuitbaar activisme; en hij nam Vidal bovendien de voogdij over haar andere kinderen af. Vidal de vechtjas liet zich niet uit de wind slaan. Zij zag zich niet als feministe, vocht evenwel voor méér gelijkwaardigheid en stelde links en rechts in Portugal wantoestanden aan de kaak. “Hoe fatsoenlijk ook een gewone vrouw is, ze wordt hier domweg de prostitutie in gedwongen,” schreef Vidal. Zij signaleerde de beroerde omstandigheden in de katoenfabrieken met hun atmosfeer verziekt door katoenstof en uiteindelijk tuberculose-lijders als resultaat—die als gevolg daarvan minder fysieke energie konden opbrengen en hun lonen nog dramatischer zagen verminderen. “De omstandigheden in de luciferfabrieken zijn ten hemel schreiend,” zo betoogde Vidal, en ze beschreef het waarom tot in het detail van de rottende kaakbeenderen toe, “met als eindpunt de doodskist.” Tegelijkertijd maande ze de slachtoffers zich te organiseren, de enige weg hun gegeven tot verbetering van werk- en levensomstandigheden.

Geen halve maatregelen

Nooit, echter, was Vidal extreem in haar uitlatingen en acties. Zij zag de goede kanten van haar tegenstanders en liet dat merken; zó ver ging zij dat ze de regicide heftig veroordeelde—zij, de felste voorvechtster van de democratisch gegrondveste republiek. De republiek had, in haar woorden, niets te winnen met koningsmoord. De “gecontroleerde” revolutie van Angelina Vidal was er een die mikte op een ordelijke samenleving, een door de democratie geleide economie, een actief industrieel en agrarisch ontwikkelingsbeleid, decentralisatie, scheiding van kerk en staat (maar met respect voor religies en gelovigen). Haar evenwichtig denken werd Vidal lang niet altijd in dank afgenomen. In extremistischer media werd zij keer op keer aangevallen, ook al omdat zij regelmatig keihard uitsprak dat er in de politiek meer voor eigen parochie werd gestreden dan voor het algemeen belang. Zij was een van de eersten die wees op de uit de hand lopende emigratie (jaarlijks verlieten meer dan honderdduizend Portugezen het land, op een bevolking van, toen, vier miljoen) en luid en duidelijk als oorzaken aangaf de achtergebleven industriële ontwikkeling, de beroerde levensomstandigheden van de arbeiders, en de immer voortdurende politieke malaise. Vidal verloor niet enkel haar familie en gezin. Haar activisme slurpte haar eigen inkomen op; veel van haar schrijfsels en veel van de lezingen die ze gaf bleven ongehonoreerd. Haar activisme kostte Vidal haar gezondheid; ook verloor ze later in haar leven haar doorgaans goede gevoel voor humor en haar positief-geladen humeur. Haar ideaal bleef evenwel onveranderd: vrijheid, gelijkheid, broederschap—en alsjeblieft geen halve maatregelen, geen doekjes voor het bloeden.

Armoedig einde

Vidal stierf op straat in Lissabon, in 1917, en in armoede. Zij had gedurende haar laatste jaren ook gevochten voor haar eigen recht, op haar rechtmatig deel van het staatspensioen van haar eerder overleden echtgenoot. Geen cent kreeg ze toegewezen tot, nota bene op de dag ná haar overlijden, het pensioen alsnog werd toegekend… De naam Angelina Vidal wordt behalve in Graça in een klein aantal plaatsen in Portugal in ere gehouden, via naamgeving van scholen en welzijnsinstituten. In de botanische tuin van Ajuda werd een eik geplant ter harer ere. CTT bracht in 2009 een postzegel met haar beeltenis uit in de serie ‘Grote Vrouwen van de Republiek’. In mijn persoonlijk geval… doet het me goed in een straat te wonen die door z’n naam verbonden is aan een van de minder herkende en erkende grootheden uit de Portugese geschiedenis en aan de emancipatie van de lagere klassen van het volk; immers, het was in ‘A Emancipação’ dat zij, als een van de eersten in Portugal, het gevecht begon voor een rechtvaardige behandeling zo niet de gelijkwaardige positie van de vrouw. Een van haar achter-kleinzonen, Mário Campos Vidal, schreef haar biografie en concludeerde: “Het was heel eenvoudig om haar te bewonderen, maar moeilijk om van haar te houden.”

Tomar heeft in 2018 nog altijd drie plaatselijke dagbladen: ‘O Templário’ (sinds 1925), ‘Cidade de Tomar’ (sinds 1935) en ‘Despertar do Zêzere (sinds 1979). En dat op slechts 20.000 inwoners plus nog eens 20.000 in het district. Er wordt nog krant gelezen in centraal Portugal!